Met te veel informatie schrik je een lezer af: dump een infodump. Ik geef je drie tips daarvoor.
Je herkent het misschien wel: je hebt de neiging om veel uit te leggen omdat je denkt dat de lezer iets niet begrijpt voordat hij verdergaat. Je overstelpt hem met informatie. Dat noemen we een infodump.
Denk alleen al aan je hoofdpersoon. Hoe ziet die eruit? Hoe heet die? Hoe oud is die? Studeert of werkt die? Is die sportief? Alsjeblieft, leg het niet allemaal tot in detail op de eerste pagina’s uit. Je lezer haakt verveeld af.
Dump een infodump!
Kom gewoon snel ter zake. De lezer wil weten wat er aan de hand is of waar het verhaal zo ongeveer naartoe zal gaan. Kortom, kom met wat actie.
Laten we eens kijken naar wat voorbeelden.
‘Ik ging eens op pad om iemand te vermoorden. Andere keren, toen ik jonger was, reisde ik mijn werk achterna door de neonverlichte stegen van Tokyo, zag ik de zon opkomen boven de Moskee van de Negen Koepels en bleef ik aan de oever in Oud Istanbul staan wachten terwijl de tranen van een vrouw als regen neervielen.’
Dit is het begin van Het jaar van de sprinkhaan, van Terry Hayes. Hij beschrijft een herinnering aan een actie. Zonder dat we veel weten over de ik, willen we meteen al verder lezen. Iemand vermoorden? De tranen van een vrouw? Hoe gaat dit verder?
We lezen daarna een alinea over een onrustige zee en een eiland, vervolgens een alinea over een bries en een stil bos; en daarna gaat het over een doelwit: een Duitser. De hoofdpersoon verrast dit doelwit in de keuken van de Duitser. Pas daarna volgt: ‘Ik was indertijd lid van de Dienst en voerde al jaren de codenaam Kane.’
Oké dan. Stukje bij beetje leren we meer over de ik, zonder dat we als lezer nu het idee hebben dat we die echt goed kennen. Dat hoeft ook niet. Zo blijven we nieuwsgierig en willen we verder lezen.
Dump een infodump: tip 1
Eerst actie, dan uitleg. Niet beginnen met uitgebreide beschrijvingen van je hoofdpersoon. Laat je hoofdpersoon gewoon wat (relevants) doen. Geef waar nodig een klein beetje informatie. Hayes vervolgt het verhaal niet met een uitgebreide persoonsbeschrijving. Vraag je ook af in hoeverre dat nodig is om het verhaal te kunnen begrijpen. Lezers maken er zelf wel een beeld bij.
Ander voorbeeld.
‘Er zijn mij een paar dingen overkomen, – niet alleen de dood van mijn moeder.
Eergisteren had ik tot diep in de nacht in mijn werkkamer gezeten en een fles wijn gedronken; plotseling bedolf de vermoeidheid mij, zoals een gedropte parachutist wordt bedolven door zijn parachute. Van het ene ogenblik op het andere kon ik niet meer uit mijn ogen kijken. Ik liet alles zoals het was, deed het licht uit en ging beneden de voordeur op het nachtslot doen. In de brievenbus lag een telefonisch oproepbericht – uit Nice. Ik begreep het meteen.’
Weten we wie de ik is? Nee. We weten niet eens of het een man of een vrouw betreft. Maar ja, het komt uit Twee vrouwen, van Harry Mulisch…
Hebben we informatie over de hoofdpersoon nu nodig? Neu. We zijn vooral nieuwsgierig naar wat er in dat *kuch, 1975* ‘telefonisch oproepbericht’ staat. Wat is er precies gebeurd?
Vragen beantwoorden
We worden op onze wenken bediend. Want zoals schrijfdocent George Saunders ons voorhoudt in zijn boek Een duik in een vijver in de regen: voor een goede structuur moet je je als schrijver bewust zijn van de vraag die je bij de lezer oproept, en die vraag dan beantwoorden. De hoofdpersoon belt naar het tehuis in Frankrijk waar de moeder verblijft en krijgt te horen dat zij inderdaad dood is. Ze was ‘in het park in slaap gevallen en niet meer wakker geworden’. Ook een snipper, maar dan over de moeder.
Vervolgens herinnert de hoofdpersoon zich het park en beschrijft dat zeer zintuiglijk, met schaduwen van bomen, het ruisen van fonteinen, doorzichtig groen van platanen en bevende blaadjes. De hoofdpersoon zegt het eerste vliegtuig naar Nice te zullen pakken en probeert zich de dode moeder voor te stellen. Daarna mijmert de hoofdpersoon over moeder, pakt een koffer en besluit de auto te pakken.
Weglopen op de fiets
Het volgende hoofdstuk begint met een herinnering over van huis weglopen – op de fiets welteverstaan. ‘Ik fietste het ene uur na het andere, terwijl de ruimte om mijn lichaam steeds wijder werd, zoals wanneer ik een jurk van mijn moeder had aangetrokken.’ Aha.
Helaas heeft de weggefietste hoofdpersoon geen geld bij zich en wordt bij het stelen van een wortel gesnapt door de groenteboer. Die grijpt het fietsstuur vast waarna de volgende dialoog volgt:
‘Stelen?’ riep hij. ‘Mag jij stelen? Hoe heet je?’
‘Henny,’ zei ik.
‘Henny hoe?’
‘Henny Hoenderbos, meneer.’
Zó kun je ook een snipper informatie over de hoofdpersoon geven: via een dialoog. Let op: een snipper, niet eindeloze informatie.
Het grappige is dat niet veel later blijkt dat Henny Hoenderbos een mannelijke klasgenoot is van de hoofdpersoon. Mulisch heeft ons op het verkeerde been gezet, maar je ziet hoe spaarzaam de informatie over de hoofdpersoon is. We weten in ieder geval indirect dat die liegt.
Dump een infodump: tip 2
Wees spaarzaam als je wél gaat beschrijven. Geef niet alles meteen weg. Noem alleen datgene wat nodig is om het verhaal te kunnen begrijpen. Lees dergelijke beschrijvingen na afloop nog eens goed: is deze informatie echt nodig op dit moment? Wat kan er weg? Schrap dat, want het houdt het verhaal alleen maar op! Kom er, indien nodig, pas later mee.
Misschien is het je opgevallen dat in bovenstaande voorbeelden de informatie komt na een specifiek voorval, een probleem, een conflict.
Bij Twee vrouwen: het bericht dat moeder is overleden, het stelen van een wortel vanwege geldgebrek.
In Het jaar van de sprinkhaan: het ‘doelwit’ is gevonden, er is sprake van een ‘dodelijk rendez-vous’.
Er is een bepaalde sfeer gecreëerd (mijmeren over moeder en vroeger, een onrustige zee en een stil bos). Er is een personage bij gekomen (een doelwit in een keuken).
Je voelt tip 3 dus al aankomen…
Dump een infodump: tip 3
Onthul informatie via een scène met een conflict. Creëer daarvoor een bepaalde stemming (oef, het doelwit is gevonden, of: ach, moeder overleden…) en betrek er een personage bij (de groenteboer is een heel handig hulpmiddel om wat meer te weten te komen).
Onthoud: doseer, doseer, doseer. En dump die infodump!